Doorkijkje “Groepsinstructies”

Het werken met Passende Routes is niet iets dat specifiek van toepassing is voor een bepaalde vorm van onderwijs. Uitgaande van de onderwijskundige keuzes van de school worden doorgaande lijnen opgezet en vastgelegd in routekaarten. Die routekaarten zijn dus schoolspecifiek. Om een idee te geven van hoe de routes kunnen worden uitgewerkt, geven we hier een doorkijkje voor een school die uitgaat van groepsinstructies. Daarnaast geven we een doorkijkje voor een school die uitgaat van gepersonaliseerd onderwijs.

In een situatie waarin wordt gewerkt met groepsinstructies, is de basis voor de routekaarten globaal als volgt: drie basisroutes die het uitgangspunt vormen tijdens de groepsinstructie op meerdere niveaus. Daarnaast drie aanvullende routes die daarbij aansluiten, maar qua planning aandacht krijgen buiten de groepsinstructies.

De drie basisroutes voor de groepsinstructie

groene-busDe groene route is passend voor de kinderen die de hele groepsinstructie nodig hebben en daarmee voldoende tot goede resultaten behalen. Ze hebben meestal aan de reguliere lestijd voldoende om de standaardopdrachten te maken. Als ze tijd over hebben, proberen ze ook de moeilijkere opdrachten. Op de dag- of weektaak is aangegeven welke opdrachten deze kinderen maken. Tijdens de hulpronde geeft de leerkracht feedback op hun werk. We verwachten van deze kinderen dat ze op methode-toetsen minstens 80% goed hebben. Een herkansing is soms nodig. Op de CITO-toetsen verwachten we een score op niveau II.

blauwe-busDe blauwe route is passend voor de kinderen die na een korte groepsinstructie zelfstandig aan het werk kunnen. Zij hebben aan de reguliere lestijd genoeg om (ook) de moeilijke opdrachten te maken. De tijd die ze over hebben kunnen ze besteden aan extra werk. Bij nieuwe of ingewikkelde onderwerpen doen ze langer mee met de instructie, zodat we zeker weten dat ze zich dingen op de goede manier eigen maken. Op de dag- of weektaak is aangegeven welke opdrachten deze kinderen maken, inclusief het pluswerk. Tijdens de uitdagende hulpronde geeft de leerkracht feedback op hun werk. We verwachten van deze kinderen dat ze op methodetoetsen minstens 90% goed hebben. Een herkansing is zelden nodig. Op de CITO-toetsen verwachten we een score op niveau I.

gele-busDe gele route is voor de kinderen die na de groepsinstructie ook de extra instructie nodig hebben om voldoende resultaten te behalen. Deze kinderen hebben aan de gewone lestijd niet altijd voldoende om alle opdrachten te maken. Tijdens een moment van zelfstandig werken kunnen ze hun werk af maken of verbeteren/herkansen. Op de dag- of weektaak is aangegeven welke opdrachten deze kinderen maken en welke extra oefeningen ze kunnen maken. Tijdens de verlengde instructie en de ondersteunende hulpronde geeft de leerkracht feedback. We verwachten van deze kinderen dat ze op de methodetoetsen minstens 70% goed hebben, waarbij ze regelmatig een herkansing nodig hebben. Op de CITO-toetsen verwachten we een score op niveau III.

De aanvullende routes voor de groepsinstructie

paarse-busDe paarse route is passend voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong en de meer- en hoogbegaafde kinderen die extra uitdaging nodig hebben. Zij volgen een compactere versie van het groepsprogramma. We gaan hierbij uit van het advies van het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafdheid. Deze kinderen doen alleen mee met de groepsinstructie wanneer het gaat om specifieke onderwerpen en projecten. Zij doen dan mee met de blauwe route. Het gewone programma kan voor deze kinderen met 40-60% worden verkort. Op de dag- of weektaak is het compacte programma aangegeven en ook de verdiepingsopdrachten. Binnen de paarse route hebben we een 1e leerlijn voor begaafde kinderen ontwikkeld en een 2e leerlijn voor hoogbegaafde kinderen. Wekelijks krijgen zij een moment instructie op deze opdrachten. In de hogere groepen maken deze kinderen de methodetoets voordat het blok begint. Zij doen alleen mee met de lesonderdelen waarop ze minder dan 90% scoren. Op de CITO-toetsen verwachten we van deze kinderen een score hoog op niveau I (vrijwel foutloos).

oranje-busDe oranje route is passend voor kinderen die intensieve ondersteuning nodig hebben om (bijna) voldoende resultaten te behalen. Deze kinderen doen bij de instructie mee met de gele route. De leerkrachten doen voor hen individuele aanpassingen en geven extra begeleiding. Deze kinderen hebben aan de gewone lestijd niet voldoende om alle opdrachten te maken. Tijdens een moment van zelfstandig werken kunnen ze hun werk afmaken of verbeteren/herkansen. Zo mogelijk wordt ook pre-teaching geboden. Op de weektaak is aangegeven welke opdrachten deze kinderen maken en ook welke individuele aanpassingen voor hen gelden. Tijdens de hulpronde geeft de leerkracht feedback. We verwachten van deze kinderen dat ze op methodetoetsen uiteindelijk 60-70% goed hebben. Het kan zijn dat ze daar meerdere herkansingen voor nodig hebben. Op de CITO-toetsen streven we voor deze kinderen naar een score op niveau III (we verwachten minimaal een score op niveau IV).

rode-busDe rode route is een tijdelijke route (alarmfase) voor kinderen die ook met intensieve ondersteuning het groepsprogramma niet kunnen volgen. We zien dit tijdens de lessen en aan de toetsresultaten (methodetoetsen onvoldoende en op de CITO-toetsen meermaals scores op niveau V). Vaak merken we het ook aan het welbevinden van een kind. We onderzoeken in deze fase wat we van deze kinderen mogen verwachten. We gaan zo nodig met ouders in gesprek over een aangepast programma. In die periode geven we het kind meer ruimte in het lesprogramma. De rode route stopt wanneer we ontdekt hebben wat het kind nodig heeft om wel tot leren te komen. Soms kan een kind dan wél verder met de oranje route. In andere gevallen kiezen we in overleg met de interne begeleider voor de witte route met een eigen leerlijn.

grijze-busDe witte route is passend voor kinderen die – zo mogelijk – nog (deels) meedoen met de groepsinstructie en daarna aan het werk gaan met hun eigen programma. Hiervoor hebben zij twee keer in de week een moment instructie. Dit kan worden gedaan door de leerkracht of door iemand van de extra begeleiding. Deze kinderen hebben voor dit vak een eigen programma als bijlage bij de weektaak. Tijdens de hulpronde geeft de leerkracht feedback. Deze kinderen maken de methodetoetsen passend bij hun eigen programma. Daarvan hebben ze dan rond de 80% goed. Een herkansing is nog wel regelmatig nodig. We nemen deze kinderen de CITO-toets aangepast af op het niveau waarop zij werken. De witte route wordt in het onderwijs ook wel een ontwikkelingsperspectief genoemd. Er zijn binnen de witte route twee leerroutes (50% en 75% leerrendement).

Een uitgebreide beschrijving van de uitwerking van routes voor groepsinstructies is te vinden in het werkboek: Werkboek Passende Routes op de kaartEr is ook een doorkijkje voor een school die werkt met gepersonaliseerd onderwijs.

Meer informatie en contact

Neem contact op voor meer informatie of een kennismakingsgesprek waarin we kijken op welke manier Passende Routes jullie kan helpen om het onderwijs op jullie school kindgericht, resultaatgeleid en werkbaar kunnen maken.